60
Met opzigt tot de gemeente-gasfabrieken is te ver
melden, dat door den Raad op 8 April 1879 besloten
werdom tegen 1 November daaraanvolgende de oude
fabriek buiten werking te stellen. Dientengevolge was
het noodig, om het administratiegebouw van de nieuwe
fabriek met eene verdieping te verhoogen, welk werk
met eenig straatwerk aldaar aangenomen is door de firma
van Lith en van Dam voor f 16,300; en bovendien om
een grooten nieuwen gashouder met kuip te doen ver
vaardigen van 12,000 M3 inhoud dit werd bij onder-
handsche aanbesteding opgedragen aan de firma L. J.
Enthoven C°. voor 172.645. Daar echter wegens
langdurige onderhandelingen de gunning van dit werk
eerst bij raadsbesluit van 3 October kon geschieden,
was het niet mogelijk om vóór den winter gereed te
zijn, zoodat de oude fabriek in werking bleef en nog
eenige vernieuwing aan ovens, enz. vorderde.
Ten aanzien van de tot nog toe gevolgde wijze van
exploitatie werd door eenige leden van den Gemeente
raad opgemerkt dat de kosten daarvan in vergelijking
tot andere fabrieken hoog schenen: de instelling van
eene Commissie van onderzoek was daarvan het gevolg
welke commissie op 30 September haar rapport in
diende. In verband hiermede kwam een reeds in 1878
op 15 Junij in een stal en koetshuis aan de Casua-
riestraat
op 21 October in het huis Nobelstraat n°. 4.
Geen dezer branden heeft groote schade aangerigt
daar het vuur spoedig door de waterleiding en enkele
brandspuiten bedwongen was. Verder hebben 32 bin
nenbranden en 45 schoorsteenbranden plaats gehad
die met hulp van politie en .ingezetenen gebluscht
werden.