96 Landbouw. De landbouw in deze Gemeente is van zoo geringen omvang, dat dienaangaande slechts zeer weinig kan worden medegedeeld; akkerbouw komt hier bijna in het geheel niet voorhet niet- bebouwde gedeelte der Gemeente bestaat grootendeels uit weilanden. 1°. De Bank van leening. Uit de nota van toelich ting achter de tabel gevoegd, blijkt, dat in het afge- loopen jaar 2414 panden meer beleend werden dan in 1879; daarentegen bedroeg het bedrag van de op panden geschoten gelden 5611 minder dan in het vorig jaar. Hiertegenover kan gesteld worden dat in 1880 6870 panden meer dan in 1879 gelost werden. 2°. De Hulpbanken. 3’. De Spaarbank. Door de Commissie van beheer wordt ons medegedeeld, dat de aanvankelijk gunstige resultaten der maatregelenwelke genomen waren door de Afdeeling van Volksonderwijster bevordering van het sparen op de school, hebben opgehouden. Het bleek toch dat de gelden, welke door de kin deren werden ingelegd, voor het meerendeel aan de ouders toebehoorden, die dan ook niet nalieten hun inleg te komen opvragen, toen deze ten name der kinderen in de Spaarbank gebragt werden; het bleek niet te strooken met de bedoeling der oudersdat de gelden niet aan hen kunnen worden afgegeven. De toestand dezer instellingen geeft overigens geen aanleiding tot bijzondere vermelding. HOOFDSTUK XI. Landbouw en Veeteelt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 101