97 I Misgewas door ziekte of door schadelijk gedierte kwam niet voor. De koop- en huurwaarden der landerijen bleven voor zoover zij niet dienstig kunnen gemaakt worden voor bouwterrein, even als vorige jaren. De graslanden gaven voldoende gras, doch het hooi viel tegen, zoowel wat qualiteit als quantiteit betreft; veel gras wordt bij kleine gedeelten gemaaid, zoodat de opbrengst moeijelijk kan bepaald worden. De maatschappijen en genootschappen ter bevorde ring van den landbouw alhier zijn: 1°. de Afdeeling 'sGravenhage van de Hollandsche Maat schappij van Landbouw. Door het Bestuur der afdeeling wordt ons medege deeld, dat het ledental 840 bedraagt, en dus 112 leden minder dan in het vorig jaardeze vermindering wordt toegeschreven aan het in November jl. genomen besluit der algemeene vergadering tot verhooging der contri butie van de leden tot drie' gulden. Op 12 Augustus werd wederom eene harddraverij gehouden. 2°. het Koninklijk Zoölogisch Botanisch Genootschap van Acclimatatie. Het aantal leden van dit genootschap is wederom toegenomenzoodat het thans 2603 bedraagtde finan ciën zijn dientengevolge ook in bloeijenden toestand. Onder de voornaamste werken, die in 1880 zijn tot stand gekomen, worden genoemd: eene verbeteringen verhooging van het Z. O. gedeelte van het terrein, den bouw van eene faisanterie met duiventoren, eene uitbreiding der vogelengalerij en voorts de bouw van verschillende dierenverblijven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 102