102 a. Fabrieks- en ambachtsnijverheid. Eene opgave der in de Gemeente aanwezige fabrie ken, met vermelding van de namen der eigenaren, het aantal arbeiders, de arbeidsloonenhet aantal stoomwerktuigen en stoomketels, benevens hun ver mogen, is vermeld in den staat, hierachter gevoegd als bijlage 39. Uit het verslag van de Kamer van Koophandel en Fabriekendat hierachter als bijlage 40 is opgenomen kunnen de bijzonderheden betreffende handel, nijver heid en scheepvaart vernomen worden. Wij stippen daaruit evenwel aan,. dat in den alge- meenen toestand sedert het vorig jaar weinig verande ring is gekomen, dat de uitkomsten der visscherij wederom hoogst ongunstig waren en datdeaangroeijende neiging van vele Nederlanders om buiten'slands te koopenhetgeen hier vaak even goed kan worden ver kregen, door de Kamer van Koophandel ook als een der oorzaken wordt beschouwd, waardoor de toestand van handel en nijverheid binnen onze gemeente niet zoo gunstig is als door haar gewenscht wordt. Ten bate van handel en nijverheid kwamen tot stand de wet van 23 April 1880 (S. 67) Itetreffende de open bare middelen van vervoer met uitzondering der spoorweg diensten de wet van 25 Mei 1880 (S. 85) houdende bepalingen op de handels- en fabrieksmerken het Koninklijk Besluit van 31 Julij 1880 (S. 121) houdende bepalingen Ier verzekering van de veiligheid der reizigers met openbare middelen van vervoer, terwijl het Staatsblad n°. 186 van 1880 een overeen- II. NIJVERHEID.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 107