-109 met Delfi en Scheveningen, had geregeld plaats. De tramway-lijnen in de stad werden vermeerderd met eene lijn van de Loosduinsche brug naar het Buiten hof en met eene lijn van het Plein naar het Rijn spoorwegstation. Een overeenkomst tusschen de Haagsche Tramway- Maatschappij en de Hollandsche Ijzeren Spoorweg- Maatschappijwaarbij de eerste zich verbindt om de goederen, door de laatste aangebragt, regelregt in goederentrams naar Scheveningenen de goederen voor het Hollandsche spoor bestemdmede bij afzonderlijke dienst uit Scheveningen te vervoeren, is zeer zeker voor Scheveningen in het algemeen en voor de visch- verzending in het bijzonder van groot belang te achten; deze dienst heeft met 1 January 1881 een aanvang genomen. Een voorgenomen tramwaylijn naar Loosduinen waarover in het vorig verslag wordt gesproken, kwam niet tot stand. c. Nederlandsche Bank. (Agentschap der) De gewone opgaven betreffende dit agentschap zijn wederom vervat in Hoofdstuk VI van het verslag der Kamer van Koophandel; tevens worden aldaar mede- deelingen gedaan betrekkelijk de Haagsche Coöperatieve Voorschol-vereenigingde s Gravenhaagsche Hulpbank, de Zuid-HoUandsche Crediet-vereeniging en de ’s Graven haagsche Crediet-vereeniging en Deposilokas. Ten slotte wordt in Hoofdstuk VIII medegedeeld het bestaan van eenige inrigtingenin verband staande met handel en nijverheid, als van: de Billiton-maat- schappijde Algemeene Nederlandsche Gasverlichting- en Verwarming-maatschappij en de Nederlandsch-Indische Spoorweg-Maatschappij.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 114