14
HOOFDSTUK IV.
f 623,923.915ter-
ten goede kwam aan
betrekkelijk 's Gravenhagekunnen wij verwijzen naar
het verslag der commissie van beheer, dat hierachter
als bijlage 12 is opgenomen en waaruit blijkt, dat de
verzameling zoowel door schenking als door aankoop
wederom verrijkt werd.
Het museum werd gedurende 1880 door 2808 per
sonen bezocht.
Geldmiddelen.
Naar de laatste door Gedeputeerde Staten afgesloten
Rekening (art. 221 der wet van den 29sten Junij 1851,
Staatsblad n°. 85), zijnde die over het dienstjaar 1879,
bedragen
de Ontvangsten 3,782,289.09
en de Uitgaven- 3,109,561.06
sluitende die Rekening met een saldo van 672,728.03
wordende hierbijwat het genoemde dienstjaar be
treft, verwezen naar de staten A en B (bijlagen 13
en 14)houdende afzonderlijke vermelding van den
aard der ontvangsten en der uitgaven.
Van bovengemeld saldo werd ten bate van den dienst
1880 beschikt tot een bedrag van
wijl het restant ad 48,804.115
den dienst van 1881.
Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde
Begrooting (art. 207) voor het dienstjaar 1881is het
geraamd bedrag der
Ontvangsten. f 3,245,599.75
en der Uitgaven. - 3,245,599.75
Batig saldo. f Nihil.
Wij laten hier verder volgen een staat der gemeente
schulden