11
1
24.
i
geene stemmen opom den maatregel ook daar in te voeren.
De behoefte aan eene afzonderlijke spaarinrigting bleek dus,
althans voor kinderen van meervermogende oudersniet groot.
Echter zal de proef op die school nog worden voortgezet.
Ernstiger bezwaren werden door de hoofden van twee andere
scholen tegen de spaarkisten aangevoerddie hen er zelfs toe
geleid hadden met dat stelsel te breken en weder tot het oude
der spaarboekjes terug te keeren.
In de eerste plaats werd aangevoerddat de gelden niet
langer elke maand door een beambte der spaarbank van ’t
n Nut(zie vorig verslag pag. 15) werden teruggehaaldwaar
door veel van het gemak verloren ging en veel moeite den
onderwijzers werd opgelegddie met eene bijna ondoenlijke
en met de belangen van het onderwijs kwalijk overeen te bren
gen controle werden belast. Immers bleek het al spoedig on
mogelijk om aan de kinderen zelven over te laten aanteeke-
ning te houden van het door hen in de spaarkist gestorte geld
en moesten zich daarom de onderwijzers hiermede belasten.
Er was echter meer. Een der bovenbedoelde hoofden be-
rigtte ons: „Van kinderen, die van de meegegeven centen
verloren of versnoeptenbleek eerst na eene maand de on-
eerlijkheid. Wanneer alle ouders telkens de boekjes hadden
nagezien en bij verschil waren komen informerenzou oneer-
lijkheid spoedig gebleken en voor het vervolg voorkomen zijn.
„Nu bragt de school het kind in verzoeking door het
geven van gelegenheid tot stelen. Bij het einde der maand
hielden de kinderen volzoo de ouders kwamen klagen
dat zij het geld gegeven hadden en ik kon niet genoeg
vertrouwen op de aanteekening der onderwijzers, om het
tegendeel vol te houden
Op opmerkelijke wijze vindt men hierdoor een bezwaar be
vestigd, dat meermalen tegen het sparen in de school werd
aangevoerd, dat namelijk hierdoor dikwerf geldzucht en gierig
heid bij de jeugd worden opgewekt.
De Commissie zal niet nalaten aan dit punt hare bijzondere
aandacht te blijven wijden.
M