24.
b. De Herhaling scholen.
De verordening voor de herhalingscholen van 1 Mei 1878
(n'. 459) schreef voordat zij vóór 1 Junij 1880 zoude worden
houders omtrent dit schrijven gehoordraadpleegde de Commissie
van Bestuur der normaallessenmet wier rapport zij zich geheel
vereenigde.
Daarin werd op den voorgrond gestelddathoewel de nor
maallessen, dank der ijverige pligtsbetrachting van de daartoe
aangewezen hoofdonderwijzerseenige gunstige resultaten had
den opgeleverdde regeling toch niet geheel voldoende moest
worden geacht. Het scheen wenschelijkdat het Gemeente
bestuur óf van de Regering trachtte te verkrijgen de inrigting
alhier eener Rijks-kweekschool of van Rijks-normaallessenóf,
indien dit niet mogt gelukken, zelf, op het voetspoor van Rot
terdam de opleiding van kweekelingen en onderwijzers ter
hand nam. Indien eene dergelijke Rijks- of gemeente-instelling
tot stand kwamzoude aan het verzoek der hoofdonderwijzers
sub 1°. naar de Commissie meende gevolg kunnen worden
gegeven. Zij wees er echter opdatindien eene dergelijke
inrigting hier niet werd geplaatstde inwilliging van dat ver
zoek gebrek aan onderwijzend personeel zoude doen ontstaan.
In elk geval kwam het haar wenschelijk voorindien de be
staande toestand al bestendigd werdde bestaande verordeningen
te herzien.
Welke de voornemens van het Gemeentebestuur te dezer zake
zijnis der Commissie natuurlijk onbekend. Echter heeft zij
niet onopgemerkt gelatendat in de nienwe verordeningrege
lende getalrangbenoeming bevordering en bezoldiging der
onderwijzersder onderwijzeressen en der kweekelingen aan de
openbare scholen (van 5 October 1880, n°. 5Q9), de verpligting
van de hoofden der scholen tot het geven van onderwijs aan de
normaallessen niet is behouden. Het komt haar voor, dat hier
door eene nieuwe regeling der opleiding van hulponderwijzers
en kweekelingen te meer noodzakelijk is geworden.