24. Zij zijn: de school in de Waalstraat, waar echter de privaten niet geheel in overeenstemming met de 'voorschriften van het Koninklijk besluit zijn; de school aan den Zuidwal, waar alleen eene overdekte speelplaats ontbreekt; de school aan de Schelp kade, waar aantal en inrigting der privaten onvoldoende zijn en de speelplaats wel iets te wenschen overlaat, en de school te Scheveningen, in de Noordstraat, waar eveneens de inrigting der privaten en der speelplaats verbetering behoeft. Bovendien moet aan deze school de gemeenschap met de onderwijzers- woning worden digtgemaakt. Overigens vereischen alle andere schoolgebouwen, om aan de gegeven voorschriften te voldoen, wijziging, welke echter meeren - deels niet veel bezwaar zal opleveren. Aan tien der scholen bestaat gemeenschap tusschen de school en de onderwijzerswoning. Hierin is natuurlijk gemakkelijk te voorzien, behalve bij de school op het Kerkplein, waar de school en de onderwijzerswoning slechts éèn gemeenschappe- lijken ingang hebben. Aan de voorschriften betreffende het geoorloofd aantal leer lingen in elk lokaal, ook wat betreft de vereischte vierkante en ligchamelijke inhouden der school vertrekkende verdeeling der vertrekken, voor meer dan 50 leerlingen bestemd, den afstand der banken tot den muur en der banken onderling (artt. 57 en 8alin. 1) is gemakkelijkzij het ooknaar zich laat aanzien, met zeer groote opoffering van ruimte, waardoor het aantal toe te laten kinderen zeer beperkt zal worden en dus de bouw van nieuwe scholen aqpstonds noodzakelijk wordt, en door de invoering van nieuwe schoolbanken te voldoen. De voorgeschreven kleur der wanden en van het schoolbord (art. 8, alin. 1 en 2) en de inrigting van het bovengedeelte der lichtramen (art. 10, alin. 2) kunnen mede geen bezwaar opleveren. Het voorschrift, dat de vloer van hout moet zijn (art. 11) maakt, dat in 11 scholen, waar de vloeren allen of gedeeltelijk van steen zijndeze door houten vloeren zullen moeten worden vervangen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 239