25. zoo vermeerdering van 1 en van dit onderwijs, kelingendie bijzonderen aanleg toonenleveren voldoende proeven; van de overigen zijn de vorderingen gering, wat vooral moet toegeschreven worden aan de weinige gelegenheid tot oefening, ook tengevolge eener verlengde zomervacantie en zeker ook aan geringen lust van velen, die liever den Zaturdag namiddag op andere wijzen j wilden besteden, en nu door verzuimte laat komen en daarenbovendoor min voeg- zamen toon, zich herhaalde berisping op den hals halen, wat het onderwijs der zoo bekwame heeren Becker en Liernub zeer belemmert. De vrouwelijke leerlingen zijn tot nog toe evenals van dat in vrouwelijke handwerken verstoken. De zangles bij de afd. B door den heer Gedeking op uitmuntende wijze gegeven, moet noodzakelijk eenige uitbrei ding ondergaan. Niet alleen is één uur per week voor de beide klassen der afd. B onvoldoende, maar de tegenwoordige tal rijkheid en de zoo uiteenloopende vorderingen maken eene splitsing der klasse onvermijdelijk lesuur per week hoogst noodzakelijk. De opmerkingen omtrent het gymnastisch onderwijs aan de afd. .1 in vorige jaarverslagen gedaan, kunnen met nadruk herhaald worden. De gelegenheid tot ontspanning zou aan de respective scholen, tegelijk met de leerlingen der hoogste af- afdeelingen beter kunnen gevonden worden, en het eenige af zonderlijke lesuur voor de 1ste en voor de 2de met de 3de klasse van afd. A, zonder groote schade voor de kweekelingen kunnen opgeheven worden. De lessen zijn overeenkomstig het program en volgens den bestaanden rooster, geregeld gegeven. Alleen de lessen in taal en aardrijkskunde aan de 2de en 3de klasse der afd. .1 onder vonden eenige belemmering door de langdurige ziekte van den heer J. M. Kees. Gedurende de maand September werd hierin zooveel mogelijk door den Directeur voorzien. De heer van Swieten nam die lessen gedurende de maand October waar, terwijl de heer Keen, met 1 November genoegzaam hersteld, zijne taak kon hervatten,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 301