25.
’s G K A V E N 11 A G E
3 Maart 1881.
G. J. PONTIER,
Direclt ur.
De lessen werden tweemaal vereerd door een bezoek van
den heer Inspecteur van het Lager onderwijs in de 2de in
spectie.
De klassen voor onderwijzers en onderwijzeressen tot voor
bereiding voor de hoofdakte, werd bij de afd. A niet talrijk
bezocht. Alleen de les in natuurkennis maakt hierop eene
uitzondering. Omtrent vijf' en twintig onderwijzers en dertig
onderwijzeressen namen daaraan deel. De laatsten bezochten
ook de overige lessen meer of min geregeld.
De hulpmiddelen bij het onderwijs in natuurkennis werden
gaandeweg vermeerderd. De catalogus der voornaamste werk
tuigen is in bewerking.
De bibliotheek der normaallessen werd alleen met eenige
vervolgwerken verrijkt. De kweekelingen van de afd. .1 maken
een druk gebruik van de werken, die aangename lektuur ver
schaffen. Wetenschappelijke werken worden zelden gevraagd.
Vele boeken beginnen de sporen van een veelvuldig gebruik
te vertoonen. De werken van van Lennep, Cremer, Lindo,
Jules Verne, de aarde en haar volken, en dergelijke, ook
van een minder zorgvuldig gebruik.
De wandkaarten lijden veel door ongunstige plaatsing aan
vochtige muren, en door het gedurig afnemen en ophangen.
De afd. 11 gebruikt de kaarten van de burger dag- en avond
school met groote omzigtigheid.
Het stel kaarten van Koot voor de natuurkennis, in het
lokaal Nieuwe Schoolstraat aanwezig, wordt onbruikbaar na
twintigjarigen dienst.
De respective onderwijzers hebben zich bereid verklaard bij
den leercursus 1880/81 op denzellden voet werkzaam te blijven.