26. in de 1ste klasse met één vermeerderd en alzoo van 1 en 2 op 2 en 3 uren gebracht werd. Voorts werd nog het handteekenen in de 4de klasse eenigzins versterkt door het van 1 op 2 uren ’s weeks te brengenen in verband daarmede het aantal lesuren in de scheikunde in die klasse met één verminderd en alzoo op 2 uren ’s weeks bepaald. Wij meenen te mogen verwachten dat deze veranderingen inderdaad verbeteringen zullen blijken te zijn, maar kunnen hieromtrent nog geen oordeel, op de on dervinding gegrond, uitspreken. Het onderwijzend personeel onderging eenige verandering door het eervol ontslag, dat met ingang van 1 November aan den leeraar in de aardrijkskunde J. C. van den Berg op zijn ver zoek door verleend werd. In afwachting dat zijn opvolger zijne betrekking zal aanvaard hebben, wordt in de opengevallen lessen door de andere leeraren voorzien. Echter ontvangen alleen de hoogste 3 klassen les in de aardrijkskunde van de leeraren Stellwagen en Salverda de Grave voor de beide laagste klassen staat ,'dit onderwijs tijdelijk stil. Ook in dit opzicht is het dus hoogst wenschelijk, dat de heer A. Brandes, die on langs door U tot leeraar in de aardrijkskunde benoemd werd, spoedig in functie zal treden. De leeraar J. van Aalst mocht den 18den September den dag herdenkenwaarop hij veertig jaren geleden tot leeraar aan het gymnasium aangesteld werd. Aangenaam was het ons dat door U daarin gelegenheid gevonden werd om wegens de vele en goede diensten door dien leeraar gedurende die lange jaren bewezenzijne bezoldiging met 200 te verhoogen en alzoo te brengen op 2200. Ten aanzien van het onderwijs en de orde en tucht op de school meenen wij te mogen verwijzen naar hetgeen daaromtrent in de beide vorige verslagen opgemerkt werd. De cursus 1880/81 begon met 271 leerlingen en 5 voor enkele lessentegen 276 leerlingen en 7 voor enkele lessen in 1879, In December werd de school bezocht door 263 leerlingen en 6 ypor enkele lessendie verdeeld zijn als volgt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 308