26.
B. Bijzonder onderwijs.
Directeur: .1. Ph. Koelman.
nog
de week, ’s avonds van 79 uur; 25 a 30 meerbejaarden en
10 a 35 jongens bezochten deze lessen. Onder de meer be
jaarden waren er ongeveer 10, die deze lessen gedurende de
wintermaanden van het vorige jaar ook reeds gevolgd hadden.
Uit een en ander blijkt dus, dat deze lessen bijval vinden bij
de bevolking. Indien bij de keuze van de bemanning voor de
schepen meer op eenige kennis van de zeevaartkunde gelet
werd, dan zou de belangstelling zeker nog meer toenemen en
velen aansporen om de lessen meer geregeld bij te wonen.
1". De Akademie van Beeldende Kunsten.
Het gemis aan behoorlijke ruimte, waarop in vorige verslagen
ook reeds de aandacht werd gevestigd, doet zich voortdurend
en steeds in sterkere mate gevoelen. De lokalen zijn overbe
volkt en men moest reeds naar middelen omzien om een
drukker bezoek dezer inrichting tegen te gaan.
Het is nu onmogelijk geworden om leerlingendie zich tus-
schentijds aanmelden, op te nemen, al vielen zij daarvoor ook
overigens in de termen. Voorloopig valt er dan ook niet aan te
denken groote uitbreiding te geven aan het onderwijs. Echter
is met den nieuwen cursus voor de afdecling Bouwkunde en
voor den cursus Middelbaar Onderwijseenig onderricht in de
beschrijvende meetkunde en de algebra in het programma opge
nomen. Hieraan bestond dan ook groote behoefte, daar de leer
lingen, zonder kennis van die vakken, het onderwijs in die
afdeelingen niet met vrucht konden bijwonen. De beperkte
localiteit was evenwel oorzaak, dat deze maatregel niet tot
stand kon komenzonder eenige uren onderwijs voor andere
klassen op te offeren.
De wintercursus 1879/80 werd door 401 leerlingen bezocht.
Van dezen waren 259 betalende leerlingen77 genoten het
onderwijs voor rekening van leden der Academie en 65 onver-
mogenden ontvingen gratis onderwijs. De cursus voor vrouwelijke