26. klasse eene wekelijksche uitkeering van premiegelden te ver zekeren, overeenkomstig hun gedrag, vlijt, vorderingen en hun meer of minder getrouw schoolbezoek. Die uitkeering bedraagt 0.02 a f 0.04 per uurin enkele gevallen zelfs 0.05. Deze maatregel heeft merkbaren invloed uitgeoefend en het school verzuim aanzienlijk doen verminderen. De in het vorige verslag vermelde reorganisatie in het onder wijs schijnt aanvankelijk goede resultaten op te leveren. Het is echter te betreuren dat de leeraar van Soest, die met de reorganisatie der school eerst in functie trad, tengevolge zijner benoeming aan de lloogere Burgerschool te Alkmaar, tegen het einde van het jaar zijn ontslag verzocht heeft. Ook werd aan den heer J. G. Steenbeek tengevolge zijner benoeming tot leeraar aan een Ambachtsteekenschool te Amsterdam eervol ont slag verleend. In deze beide vacatures was op het einde van het jaar nog niet voorzien. Voorts kwam in Juni de heer Wunderlich te overlijden, in wiens plaats aangesteld werd de heer J. Bitter, als onderwijzer in het schilderen. Voor rekening van particulieren werden dit jaar weder ver schillende voorwerpen aan de school vervaardigd. Ten behoeve der gemeente werden 40 schoolbanken en tafels gemaakten ten genoege van de bestellers afgeleverd. Ten slotte moeten wij nog melding maken van een besluit, dat voor den ambachtsman van veel nut kan zijn. Met 1 Januari toch zal bij wijze van proef begonnen worden met het houden van een avondcursus, waar onderwijs verstrekt zal worden in de beginselen van hand- en lijnteekenen toegepast op de am bachten. Die lessen zullen voor eiken werkman boven de 18 jaren toegankelijk zijn en gedurende vijf avonden in de week van 911 uur in de lokalen der school gegeven worden. Wij hopen dat dit plan bijval zal vinden en dat wij in een volgend verslag er meerdere bijzonderheden van zullen kunnen mededeelen. 3". De Industrieschool voor Meisjes. Directrice: Mej. J. S. Beydals. Eene vermeerdering in het aantal leerlingen valt bij deze in-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 314