26.
richting waar te nemen. In December 1878 bedroeg het 38,
in 1879 41 en thans is het gestegen tot 52.
Deze leerlingen, waaronder 9 die op kosten der gemeente op
de school geplaatst zijn, zijn verdeeld als volgt:
1ste klasse (gesplitst in twee afdeelingen) 28.
2de 13.
3de 11.
Bij het overgangs-examen werden 8 leerlingen van de 1ste
tot de 2de en 2 leerlingen van de 2de tot de 3de klasse bevorderd.
Aan het admissie-examen namen 31 meisjes deel, 23 slaagden
voor de 1ste en 4 voor de 2de klasse, terwijl 4 afgewezen werden.
De lessen werden gedurende het afgeloopen jaar geregeld ge
geven. Over de wijze waarop het onderwijs ingericht is en het
personeel zijne taak vervult, kan over het algemeen gunstig ge
oordeeld worden.
Eenige leerlingen legden wederom met goed gevolg examen
af voor de een of andere akte bij het onderwijs. De twee leer
lingen, die een vorig jaar de akte voor boekhouden huis-onder-
wijs bekwamen, verkregen die nu voor schoolonderwijs. Voorts
verwierven nog 4 leerlingen de akte voor teekenen (lager onder
wijs), 2 de akte voor nuttige en fraaie en 1 die voor fraaie
handwerken.
Ten gevolge van het eervol ontslag tegen September aan
Mej. II. M. Hepi’ verleendwerden in hare plaats benoemd
Mej. W. J. M. Niks en Mej. A. G. R. van Paasschen en aan de
eerste het onderwijs in het machine-naaienaan de tweede dat
in het teekenen opgedragen. Voorts werd de heer O. Eerelman
ontheven van het teekenonderwijs in de 1ste en 2de klasse
zoodat hij nu alleen belast is met dat onderricht in de hoogste
klasseterwijl hem de leiding over dat onderwijs in de laagste
twee klassen toevertrouwd is geworden. Het teekenen in de 1ste
en 2de klasse is nu opgedragen aan Mej. van Paasschen en
Mej. C. A. M. Pietersen, beide leerlingen der school, die dit
jaar de acte voor teekenen bekwamen.
Ten slotte zij nog vermeld dat in het Bestuur de heer G. F.
C. Rose vervangen werd door den heer A. baron Calkoen,