Bijlage 27.
Gbavenhage 26 Augustus 1880.
De Commissie voornoemd,
J. G. van Eyken, Voorzitter.
W. Blum, Secretaris.
De Commissievolgens art. 56 der Wet van 2 Mei 1863
ter regeling van het middelbaar onderwijs, belast met het afnemen
van het eind-examen voor de burgerscholen te 's Gravenhage
heeft de eer UEd. Achtb. het verslag barer werkzaamheden,
bedoeld bij art. 67 van evengemelde wette zenden.
De Commissie was zamengesteld uit den heer Dr. J. G. van
Eyken, lid der Commissie van toezigt, als Voorzitter en uit
den Directeur en de Leeraren der school als leden.
Het examen werd ook bijgewoond door de heeren Mr. Ph.
C. van Heusde, Th. F. Schill, Dr. B. Cabsten en J. van
Rijn van Alkemade, leden der Commissie van toezigt.
Het liep over de vakken aan de school onderwezen en werd
schriftelijk afgenomen in de gewone schooluren op 19, 20 en
21 Julij en mondeling op 23 en 24 Julij daaraanvolgende.
Aan het examen werd deelgenomen door 15 leerlingen der
2de klasse en de uitslag was, dat aan 14 hunner het getuig
schrift volgens art. 55 der meergemelde wet kon uitgereikt
worden. Hunne namen, met de in ieder vak verkregen eind
cijfers, worden gevonden in nevensgaande lijst.
De Commissie acht hare taak hiermede geƫindigdaangezien
het eind-examen haar geen aanleiding gaf om in eenige andere
beschouwing te treden.