Bijlage 29.
EEN EN TWINTIGSTE VERSLAG van den staat der
Academie van Beeldende Kunsten te ’sGeavenhage
over 1879 -1880.
Ingevolge de bepalingen van het Reglement wordt u hierbij
wederom een beknopt overzicht van het afgeloopen Academie
jaar aangeboden.
Ingrijpende veranderingen of hervormingen hebben er niet
plaats gevondenwant zoo lang de klacht over gebrek aan
ruimte in dit verslag moet herhaald wordenkan de Academie
aan geene uitbreiding van onderwijs denken. De beperkte
lokaliteit dwingt zelfs het Bestuurbij de toelating der aspirant-
leerlingen zoo streng mogelijk te zijn, daar hun aantal niet in
verhouding staat tot de beschikbare ruimte. Naarmate toch de
bevolking dezer stad zich meer en meer uitbreidt, en ook de
behoefte aan teekenonderwijs vooi- den aanstaanden werkman
algemeener gevoeld wordtneemt het aantal leerlingen jaarlijks
toe. De Academie plaatst natuurlijk zooveel jongelieden als zij
kan, wijst hen af, die het zwakst bij het toelatingsexamen
waren, en voorts de nalatigen, die zich na het sluiten der in-
schrijvingslijst aanmelden. Beschikte men over het geheele
gebouw, dan behoefden de zalen niet zoo opgepropt te zijn,
en zouden ook de leerlingen van den cursus voor het Middel
baar onderwijs beter en doelmatiger in de verschillende lokalen
kunnen verdeeld worden. In den tegenwoordigen toestand is
het onmogelijk, den leerlingen, die zich om wettige redenen
na 1 October aaumelden, nog eene plaats te verschaffen. Even
eens zijn de lokalen voor bovengenoemden cursus M. 0. zóó
bezet, dat de Academie niet meer kweekelingen kan aannemen
dan er nu zijn ingeschreven.
Ten gevolge van die beperkte ruimte heeft de Raad van