29. Bovendien leert de ervaring, dat onderwijs, waarvoor men zich een geldelijk offer, al is het ook nog zoo gering, getroosten moethooger op prijs wordt gesteld dan geheel kosteloos onderwijs. Tengevolge van dien maatregel deed zich bij de inschrijving herhaaldelijk het opmerkelijk geval voor, dat nieuwe leerlingen, van een bewijs van onvermogen voorzien, wrerden afgewezen, doch den volgenden dag terugkwamen om zich als betalend- leerling te doen inschrijven. Het jongste toelatings-examen waarbij elf aspiranten werden afgewezen, was over het algemeen zeer onbevredigend en gaf treurige bewijzen van de geringe kennis, die jongelieden van 13 en 14 jaar nog was bijgebleven van hun schooltijd. Op 30 September jl. werden de leden ter algemeene verga dering opgeroepen, om in de plaats van den heer J. Singels, die om redenen van gezondheid zich verplicht had gezien als lid van den R. van B. af te tredeneen plaatsvervanger te kiezen. Met groote meerderheid vestigde de vergadering hare keuze op den heer W. F. Hubrecht, hoofdingenieur van den Waterstaat alhier. Om verschillende redenen kou echter deze heer de benoeming niet aanvaarden, zoodat in eene volgende algemeene vergadering, op 14 October, gekozen werd de heer H. P. Mutters Jr. alhier, die zich bereid heeft verklaard de betrekking te aanvaarden. Een achttal leden der Academie werd ons door den dood of door vertrek naar elders ontnomenterwijl drie nieuwe leden toetraden, zoodat de Academie nu 216 leden telt. Behalve het hierboven breedvoerig vermelde ontslag van den hoofdleeraar Le Comteverzocht en ontving ook de hulpleeraar De Mann eervol ontslag als zoodanig ten gevolge van zijne benoeming tot leeraar aan de H. B. S. te Warffum. In zijne plaats benoemde de Raad den heer J. P. Izeren, leerling der Academie. De beoordeeling der prijsteekeningen had ditmaal voor het eerst plaats door de hoofdleerarenmet toevoeging van een lid van den R. van B. en een deskundige, daartoe door den Raad

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 343