50.
i
gewaardeerde
iu welke laatste betrekking zijne voorlichting en
medewerking gedurende 17 jaren werd genoten.
Bij de herbenoeming, die de overige leden in September
1880 mogten ervarenwerd in de vacature voorzien door de
benoeming van den heer J. E. Andries die zich deze keuze
wel heeft willen laten welgevallen.
Voorts werden bij besluit van den heer Burgemeester van
27 September 1880, krachtens de bepalingen der destijds nog
vigerende verordening n°. 191, tot Voorzitter benoemd, de heer
Wethouder Mr. J. P. Vaillant, en tot plaatsvervangend Voor
zitter de heer Wethouder Mr. F. M. Baron van der Dutn
die echter van laatstgemelde betrekking, bij het op 1 Januarij
1881 in werking treden der verordening, n°. 50G, werd ont
heven.
Het Armbestuur bestaat thans uit de heeren Mr. J. P. Vail
lant, Voorzitter; Mr. F. A. T. Weve, F. N. de Charro,
Mr. C. P. D. Pape en J. E. Andries.
Het personeel der ambtenaren onderging reeds in het begin
des jaars veranderingten gevolge van het overlijden op 14
Januarij van den heer J. Robertson, die, sedert 1 Januarij
1862, als armenopzigter werkzaam, zich steeds als een ijverig
en naauwgezet ambtenaar had doen kennen. In diens plaats
werd uit eene door het Burgerlijk Armbestuur ingezonden aan
beveling, door heeren Burgemeester en Wethouders met ingang
van 15 February 1880 benoemd, de heer H. Th. C. Dill.
Ofschoon de winter van 1879/80 zich door meer dan gewone
gestrengheid kenmerkte, en geruimen tijd aanhield, had dit
echter geen belangrijken invloed op het cijfer der bedeelden
van het Burgerlijk Armbestuur, dat even als het bedrag van
den wekelijkschen onderstand in dat saisoen zelfs nog iets lager
was dan het vorige jaar.
Tot die uitkomst heeft intusschen voornamelijk medegewerkt
het verschaffen van werk door eene daartoe gevormde Commissie,
waardoor velendie zich anders om onderstand hadden moeten
aanmeldenin de gelegenheid werden gesteld door arbeid in
het onderhoud hunner gezinnen te voorzien.