50. r> n n Dat de vrees in het vorige rapport te kennen gegeven voor het voortzetten der roodvonk-epidemie in 1880 slechts in zoo verre bewaarheid werddat de gevallen weldra in aantal af- r namenen de epidemie reeds op het einde van Maart als geheel geweken kon beschouwd worden.” „Wat echter de mazelenepidemie betreft, die gedurende het geheele jaar 1879 zich voordeeddeze verminderde dit jaar wel, doch bleef zich gedurende het geheele jaar 1880 spora- disch voortzettentotdat zij in December weer meer het hoofd „begon op te steken; het is deihalve te vreezen, dat wij het volgende jaar w?eder eene verheffing zullen beleven.” Onder verwijzing naar de verslagen over de jaren 1878 en 1879 „valt derhalve het gedurende twee en een halfjaarvoortduren eener mazelenepidemie te constaterenniettegenstaande het bestaan en de toepassing eener wet op de besmettelijke ziekten.” Gedurende de drie eerste maanden van het jaardie even als de drie laatsten van 1879 zich kenmerkten door een felle koude en scherpe N. O. wind ontstonden zeer vele luchtpijps- en ingewands-catharrenvooral bij kinderen, alsmede ver- schillende rhumatische ziekten; en, terwijl in April en Mei een drooge koude had geheerscht en Junij zich kenmerkte door veel regen en windopenbaarden zich vele voorjaars- „catharren en gastrisch-bilieuze aandoeningen. Voor het overige onderscheidde dit jaar zich door een zeer gunstige weersge- steldheiden het voorkomen van weinig zieken.” „Ten slotte mogen wij, met het oog op de paniek, dit jaar ontstaan tengevolge van het in de dagbladen verbreid gerucht eener naderende pokkenepidemie niet onvermeld latendat zich gedurende het geheele jaar in geen enkel onderstandswijk „een geval van pokken of gewijzigde pokken heeft voorgedaan.” De verstrekking van breukbanden enz.had in 1880 ten behoeve van 451 personen plaatsde daarvoor gemaakte kosten waren bijgevolg iets hooger, dan die in het vorige jaar. Met opzigt tot de verpleging in het gasthuis valt te vermelden dat, terwijl daarin op ultimo December 1879 voor rekening van het Burgerlijk Armbestuur nog 134 personen in verpleging waren

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 367