52.
dat door de koopers een nabijgelegen terrein voor minstens
veertig woningen in ruil zou worden beschikbaar gesteldwaarop
de Vereeniging zelve zou bouwen.
De onderhandelingen die hierover gevoerd werdenleidden
tot het voorstel dat door het bestuur den 23sten December 1880
aan de goedkeuring van uwe vergadering werd onderworpen.
Zooals u bekend isstrekte het 1°. tot verkoop van de negen
tien woningen voor afbraaktegen eene som van f 100,000
waarbij tevens aan de koopers het regt van voorkeur zou worden
toegekend om den grond dier perceelen tegen f 35,000 aan te
koopen; 2”. tot aankoop van ongeveer 3100 vierk. M. a f 12.
Nadat uwe vergadering zich met dit voorstel had vereenigd,
werden de noodige maatregelen genomen om de overeenkomst
tot stand te brengendie dan ook den 12den February jl. door
partijen werd geteekend. Intusschen werd tevens in overleg ge
treden met den heer Wesstra, architect, aan wien het ont
werpen van eenige schetsteekeningen voor bouwplannen werd
opgedragen. Na naauwgezette overweging, waarbij vóór alles
in het oog werd gehouden dat, zoo mogelijk, van deze gele
genheid moest gebruik worden gemaakt om het getal woningen
uit te breiden, besloot het bestuur tot het bouwen van zestig
woningen, ongeveer volgens het model aan de Hoefkade, daar
het terrein niet geschikt bleek voor blokken van vier; echter
zullen de woningen die aan de Hoefkade in ruimte overtreffen.
Zij zullen bevatten: een vertrek groot 3.90 bij 4.30 M. met
alcoof, een zolder met een afgeschoten vertrekje, een kelder
en een keuken, terwijl genoegzame ruimte overblijft voor een
tuintje of bleekveld. Daar de woningen geadosseerd zullen zijn
zal de eene helft den ingang hebben aan de openbare straat,
dié volgens het bouwplan der heeren Utttenhovkn c. s. ge
projecteerd is, de andere helft aan de achterzijde.
Heeft het bestuur er noode toe besloten om een voorstel te
doen tot verkoop van woningen der Vereeniging, die van hare
oprigting af bestaan en door de uitbonwing der stad thans ge
legen zijn aan eene der aanzienlijkste straten, zoo heeft toch
ten slotte de overweging, dat de Vereeniging niet gebaat zou