56. i. AARD DER INSTELLING. Gemeente-instelling. 2. DOEL DER INSTELLING. INWENDIGE TOESTAND. Vergeleken met het vorige jaar werden in 1880 in getal 2414 panden meer, daarentegen in bedrag van de op panden geschoten gelden ƒ5611.minder beleend] hetgeen als van zelf doet denken aan een grooteren toeloop tot het beleenen van kleine panden in het jongst verleden tijdvak. Dat dit nog geen bewijs is van meerdere behoeften, blijkt uit het daartegenoverstaand verschijnsel, dat in 1880, verge leken met het voorafgaande jaar, meer gelost werden in getal panden 6870, in de daarop geschoten som minder 508. welk verschijnsel terugslaat op het saldo der in de Bank voor handen zijnde panden, bij den aanvang van het dienstjaar. Wat de verkochte panden betreft, is de vergelijking tusschen dit en het vorige jaar niet ongunstig. Er werden in 1880 min der verkocht 155 panden, tot het daarop geschoten bedrag van 946.-. De som voor ontvangen interessen van geloste en verkochte panden te zamen genomen, was over 1879 20618.73 over het Het verschatfen van geld in tijden van behoeften. 3. NOTA VAN TOELICHTING, betref] emle de Stads-Bank van Leening.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 388