56. meer in het openbaar op deze inrichtingen geworpen heeft, zonder dat de als nog vigerende strafbepalingen, naar het schijnt, die praktijk hebben kunnen verhinderen. Voor de Bank van Leening te dezer stede kan voor het aan brengen van verdere verbeteringen eerst sprake zijn, wanneer tot herziening van het reeds sedert 1832 bestaande reglement worde overgegaan. De behoefte aan zulk eene herziening, zoo- als reeds ten vorigen jare werd opgemerkt, doet zich ook voor deze Bank meer en meer gevoelen. 19 Maart 1881. 6. MIDDELEN DIE TOT VEBBETEBING ZOUDEN KUNNEN LEIDEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 391