In den algemeenen toestand van handelnijverheid en scheep vaart was gedurende het jaar, waarover dit verslag loopt, weinig verandering merkbaar. Voor zoover deze gemeente daarbij is betrokkengeldt dezelfde opmerking. De uitkomsten der visscherijdie voor 's Gravenhage en Scheveningen van zoo groot belang zijn, waren hoogst ongunstigwat op de algemeene welvaart nadeelig terugwerkte. Voegt men daarbij dat de neiging om zich buiten ’s lands aan te schaffen wat hier vaak even goed kan worden verkregen, telkens grooter verhoudingen aan neemt, dan zijn in vlugtige trekken de oorzaken aangewezen, waardoor de toestand van handel en nijverheid binnen onze gemeente niet zoo gunstig als hij wezen konindien het na- tionaliteits-gevoel duidelijker en ernstiger sprak dan tot dusver. Op wetgevend gebied waren meer levensteekens waar te nemen dan in 1879. De wet van 23 April 1880, (Staatsblad n°. 67) betreffende de openbare middelen van vervoer met uit zondering der spoorwegdiensten tradkrachtens Z. M. besluit van 31 Julij 1880 (Staatsblad n°. 122), op 1 September 1880 in werking; terwijl het Koninklijk besluit van 31 Julij 1880, (Staatsblad n°. 121) bepalingen gaf ter verzekering van de vei ligheid der reizigers met openbare middelen van vervoer. Bij de wet van 25 Mei 1880, (Staatsblad n°. 85), die op 1 Januarij 1881 in werking trad, kwamen bepalingen tot stand op de Bijlage 40. VERSLAG der Kamer van Koophandel en Fabrieken nopens den slaat van handel, nijverheid en scheepvaart in de gemeente 's Gravenhage, over het jaar 1880. I. ALGEMEENE BESCHOT WINGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 407