40.
II.
par-
Tot den Minister van Binnenlandsche Zaken:
Van de meest belangrijke onderwerpenwelke daarin werden
behandeld, volgt hier een vlugtig overzigt.
De Kamer wendde zich
a. bij adres van 17 Maart 1880, n°. 8, tot ondersteuning
van het verzoek van het uitvoerend comité van de algemeene
commissie tot bevordering der oprigting van een kunstindustrie-
museum te ’s Gravenhagedat het Nederlandsch museum op
de Prinsengracht voor de residentie moge behouden blijven;
b. bij adres van 2 December 1880n°. 31met bezwaar
tegen de zijdelingsche aanbeveling eener buitenlandsche firma
voor de levering van ijzer- en zinkwerkenomschreven in het be
stek voor de verbouwing van het voormalig landbouwkundig
Kabinet te Utrecht tot provinciaal archiefgebouw.
III. Tot den Raad der Gemeente:
a. bij adres van 14 Januarij 1880, n°. 4, tot ondersteuning
van het verzoek der gemeentebesturen van Loosduinen, Naald
wijk, Monster en ’sGravesande, om medewerking tot opheffing
van hetgeen nog mogt in den weg staan aan de uitvoering der
aanvrage om concessie voor den aanleg en de exploitatie van
een stoomtram tusschen die gemeenten en ’s Gravenhage
b. bij adres van 17 Januarij 1880, n°. 6, dat de Raad
pogingen aanwende bij Gedeputeerde Staten, dat deze het
daarhenen leiden dat omtrent de aanvrage om een provinciaal
I. Tot de 2de Kamer der Staten-Generaal
Bij adres van 14 April 1880, n°. 12, tot ondersteuning van
het verzoek der Kamer te Maastricht dat aan eene Staats
commissie worde opgedragen te onderzoeken
1°. welke gevolgen de wederinvoering van het protectie-
stelsel in de voornaamste Rijken van Europa voor de Neder-
landsche nijverheid kan hebben;
2°. of de bestaande toestand niet reeds thans eene
tieele herziening van ons tarief vereischt.