48 15 15 15 4 191 821 Omtrent de gedurende 1880 voorgekomen gevallen van besmettelijke ziekten werden, ingevolge de bepa lingen der wet van 4 December 1872 (Staatsblad n°. 134) aangiften gedaan als volgt Typhus Febris typhoïdea Diphtheritis Pokken Roodvonk Mazelen heen, gepaard gaat; bovendien valt het niet te ont kennen, dat ook door de wijze waarop in den afge- loopen winter, het vuil kon geborgen worden, geen bovenmatige krachtsinspanning meer behoefde gevergd te worden van de paarden in gebruik bij dezen tak van dienst. Door het maken van eenen nieuwen overdekten put voor faecalia, werd de gelegenheid geboren om 5500 hectoliter faecalia te bergen en te bewaren, totdat de tijd gekomen is, waarop deze substantie naar waarde kan verkocht worden. De inkomsten bedroegen dan ook f 6700 meer dan in het jaar 1879, zoodat de slechte verwachtingen in dit opzigt, uitgedrukt in het vorig verslag, door de tot stand gekomen verbeteringen niet zijn bevestigd. b. Aangaande het plan tot het graven van een af voerkanaal naar zee tot verversching van het gracht water verwijzen wij naar Hoofdstuk V, sub Bb 2”. c. Omtrent den toestand van gotenriolensekre ten en urinoirs van openbare en bijzondere gebouwen is niets belangrijks te vermelden. II. HEERSCHENDE ZIEKTEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 53