8-1 b. Inrigting tot opleiding van onderwijzeressen voor de bewaarscholen. hierachter als bijlage 25 opgenomen. Wij stippen daar uit aan, dat het onderwijs overeenkomstig het pro gramma geregeld wordt gegeven en dat het gedrag der kweekelingen onberispelijk kan genoemd worden; min der gunstig zijn de ons gedane mededeelingen over vlijt en vorderingen; vooral het teekenonderwijs levert niet die vruchten op, die men van toekomstige onder wijzers meent te kunnen verwachten. De klachten in het vorig verslag gedaan ten aan zien van het gymnastiekonderwijs worden met nadruk her haald. De hulpmiddelen bij het onderwijs in de natuurkennis en de bibliotheek werden gaandeweg uitgebreid. De opleidingsklasse voor helpsters en kweekelingen aan de bewaarscholen verkeert in gunstigen toestand. Gedurende 1880 namen 08 helpsters en kweekelingen van openbare en bijzondere inrigtingen aan het onder wijs deel. Door de gestadige vermeerdering van bewaarscho len, een gevolg van de-toenemende bevolking, is het evenwel te vreezen, dat de klasse weldra te bevolkt zal worden voor deugdelijk onderwijszoodat een nieuwe splitsing in meer afdeelingen noodzakelijk zal worden. De subcommissie is overigens zeer tevreden zoowel over den ijver der onderwijzers en onderwijzeressen als over het gedrag en de vlijt der leerlingen. De drie klassen waren bezet als volgt: 12 in de 1ste, 26 in de 2de en 32 in de 3de klasse. De Gemeente leverdebehalve vrij gebruik van localen, vuur en licht: 6

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1880 | | pagina 86