93
HOOFDSTUK X.
Armwezen.
Ofschoon de winter van 18791880 zich door meer
dan gewone gestrengheid kenmerkte en geruimen tijd
aanhield, is de staat van het armwezen gedurende
1880 over het algemeen gunstig te noemen, gelijk
den Haagschen schouwburg te hebben gewijd; hij had
zich om redenen van gezondheid kort te voren ver-
pligt gezien zijne betrekking neder te leggen. In zijne
plaats werd aangesteld de heer J. F. Plaat uit Rot
terdam.
Wij mogen hier niet onvermeld laten, dat in het
afgeloopen jaar eene groote verbetering werd aange-
bragt in de verlichting van het tooneel, die thans in
navolging van andere groote schouwburgen is ingerigt,
waardoor het mogelijk is de gewenschte lichteffecten
voort te brengen.
Even als in 1879 werd in 1880 aan den directeur
van den Franschen schouwburg vergunning verleend
om het Duitsche operagezelschap uit Rotterdam des
Woensdags om de veertien dagen in den schouwburg
te laten optreden.
Het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen werd
wederom verscheidene malen gebezigd voor de uitvoe
ring van concerten en voor de opvoering van ver
schillend e tooneelvoorstellingen
Wederom verwijzen wij ten opzigte der bibliotheken,
verzamelingen van kunstvoortbrengselen, leesinrigtin-
gen en genootschappen ter bevordering van kunsten
en wetenschappen, die steeds om de vijf jaren worden
vermeld, naar het verslag over 1876.