425
1°. September op nieuw voor den tijd van drie jaren
aan de vereeniging het Nederlandsch Tooneelis
opgedragenten gevolge waarvan niet alleen het ge
zelschap der vereeniging dat te Amsterdam is geves
tigd alhier kan optreden, maar ook dat, hetwelk zijn
zetel heeft te Rotterdam.
De Hollandsche voorstellingen werden tijdens het
verblijf van den Koning en de Koningin in de residentie
bijna zonder uitzondering met de hooge tegenwoor
digheid van HH. MM. vereerdterwijl ook het publiek
door een getrouwe opkomst belang blijft stellen in het
Nationaal tooneel. Een met zorg gekozen repertoire
van stukken draagt daartoe niet weinig bijen de vele
goede krachtenwaarover de directie te beschikken
heeftwaarborgt eene goede uitvoering.
Wat betreft de Fransche opéra, zij vermeld, dat
de voorstellingen in den regel werden bij gewoond door
een talrijk publiek. Twee nieuwe opéra’s werden ge
monteerd alsla Fille du Tambour Major van J.
Offenbach en «le Jour et la Nuit» van Ch. Lecocq,
aan welke beide zangstukken een welverdiend succes
ten deel viel; een derde, «le Capitaine Noir», gecom
poneerd door den heer Jos. Mertens mocht slechts
weinige voorstellingen beleven.
De directeur, de heer van Hamme stelde aan het
einde van het jaar het publiek in de gelegenheid kennis
te maken met de gevierde actrice van het Theatre des
Variétés te Parijsmadame Anne Jldic die in een
drietal vaudevilles, «la Femme a Papa», Niniche
en Lilieen grooten bijval inoogstte.
Tengevolge van de in het vorige jaar door den dood
van den heer J. II. van Hove ontstane vacature van
inspecteur-magazijnmeester van den schouwburg, werd
diens betrekking eenigszins gewijzigd, door te zijner