127 HOOFDSTUK X. 8' De zachte winter van het jaar 18811882 mag voor zeker wel als oorzaak worden beschouwd dat het Burgerlijk Armbestuur in den aanhef van zijn verslag dat als bijlage 29 is opgenomenden toestand van het Armwezen der Gemeente over het afgeloopen jaar algemeen gunstig noemt. Waren de werkgevers in het vorig jaar door den strengen winter genoodzaakt de werkzaamheden te doen staken, waardoor de aanvrage om onderstand grooter werd, zulks was in den afgeloopen winter het geval niet, waarvan het gevolg was dat het aantal bedeelden en de kosten van onderstand, niettegen staande het voortdurend toenemen der bevolking, be neden de cijfers van 1881 bleef. Te Scheveningen was echter de vermindering van het aantal bedeelden en de kosten van onderstand niet zoo aanzienlijk, als men zich had voorgesteld; ofschoon de uitkomsten der visscherij in 1881 wel geacht konden worden aan de verwachting te beantwoorden en het winterseizoen zich door eene zachte weersgesteldheid kenmerkte, werd echter de uitoefening van verschil lende tot de visscherij in betrekking staande bedrijven belemmerd, tengevolge van tusschen reeders en vis- schers gerezen verschillen over de aanmonstering bij den Waterschout en de toekenning van loonwelk verschil eerst in het laatst van Februari werd bij gelegd, waar omtrent eenige nadere bijzonderheden zijn opgenomen onder Hoofdstuk VIA Bij de eerste uitdeeling in Januari 1882 wees de lijst der bedeelden een cijfer aan van 44B gezinnen, Armwezen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 133