430 HOOFDSTUK XI. Landbouw en Veeteelt. Landboutv. Het mooie voorjaar en de daarop gevolgde ongun stige zomer waren oorzaak dat aan veler verwachting wat betreft de opbrengst van gras- en andere ge wassen de bodem werd ingeslagen. Waren in het voorjaar de weilanden goed met gras bezetwaardoor het vee op tijd daarheen kon worden gebrachtde natte zomerde hooge waterstand en de vroeg gevallen sneeuw in het najaar, maakten het noodig het vee vroeger te stallen dan gewoonlijk. De middelmatige opbrengst van het hooi was mede het gevolg van den natten zomer. Wat den verderen oogst betreftdeze was met uit zondering van aardappelen, vruchten en boonen, niet ongunstig te noemeneerstgenoemden hadden veel van het water te lijdenterwijl de opbrengst van laatst genoemden bijna geheel door aanhoudende stormen vernietigd werd. De koop- en huurprijzen der landerijen ondergingen geene veranderingen. De navolgende maatschappijen en genootschappen ter bevordering van land- en tuinbouw zijn alhier gevestigd 1°. De Bank van Leening. Uit de nota van toe lichting achter die tabel gevoegd blijkt, dat in 1882 het aantal beleende panden weder is geklommen met eene niet onaanzienlijke som aan voorschot. 2°. de Hulpbanken. 3°. de Spaarbank.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 136