17.
Staat III.
De gemiddelde hoogten in de diverse panden over één jaar
gerekend.
Voor het uitdiepen van het eerste kanaalpand werd het peil
zoo laag mogelijk gehouden, waardoor de in bovenstaande
staat vermelde gemiddelde hoogten laag komen te vallen. De
daling van het peil in het eerste kanaalpand is dus niet toe
te schrijven aan eene vermindering van den watervoorraad in
het duin.
Uit bovenstaand blijkt tevens, dat het peil in de overige
panden onveranderd is gebleven.
JAAR.
le Pand.
2e Pand.
3e Pand.
4e Pand.
1874
2.02 M. DP
2.78 M. DP. 3.44 M. BP.4.08 M. DP.
1875
2 81
1.75
3.55
4.81
1876
1.63
3.63
4.59
1877
1.72
3.97
5.20
1878
1.40
2.76
341
4.49
1879
1.36
2.71
4.50
1880
0.59
2.10
3.65
1881
4.11
1.28
2.40
1882
0.90
2.44
3.27
4.24
2.73
3.01
3.78
'3.09
3.49