17. westen De waterstanden in de proefputten waren als volgt: Staat IV. Top van de buis boven DP. I Deze staat bevestigt de meer vermelde gevolgtrekking dat het peil van het grondwater in het duin in ’t algemeen niet is gedaald. LIGGING der PUTTEN. 1881 1882 3 339 3054 290 M. ten oosten van de Verzamelput. 4.869 1 2 5.528 4.238 4.198 517 1 316 1.786 3 3.076 1 626 westen 1 245 4 211 1.549 oosten 5 1 1.842 400 2.992 1.876 6 1.538 2.778 1.423 142 3.906 1.946 7 430 1 686 2.789 298 1.533 1.478 westen 4 509 5.789 4.324 3de 9 oosten 278 2.478 2 233 10 3.773 175 2.337 3.577 2.287 11 i 395 12 3.942 2.822 2.692 6.873 5.663 5 708 13 148 oosten 370 7.704 6.444 6.249 14 4.535 4de 3.485 3 365 15 170 westen 16 330 4 606 3.196 3.436 5.02 6.178 17 I 89 7,138 oosten 8.289 7.021 7 189 18 324 3.009 I het 1ste Kanaalpand Waterstanden in de put boven DP. 8 215 tn a 6 E SS E S.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 188