13
In de plaats van eerstgemelden werd door ons tot
hoofdcommies bij die afdeeling benoemd, de beer
C. A. A. van Ginkel, tot dusverre commies, terwij]
door het niet vervullen van de betrekking van adjunct
commies, de gelegenheid geboren werd het personeel
te versterkenwaaraan groote behoefte bestondde
verdere uit deze mutatiën voortvloeiende bevordering
bepaalde zich dan ook uitsluitend tot die van den 2den
klerk G. van Meeuwen tot Isten klerkzijnde na
vergelijkend examen de heeren L. J. v. n. Wulp,
C. P. Vrugt en H. J. B. Valken aangesteld als 2de
klerkenwelke laatste sedert weder op verzoek eervol
ontslagen werd.
Voorts oordeelden wij tengevolge van het verlaten
door Jhr. Mr. C. H. Beelaerts van Blokland tot
andere function geroepen van de betrekking van
hoofdcommies der afdeelingen Openbare Werken en
Financiën, ook in verband met het voornemen om
aan den meermalen door den Raad geuiten wensch
naar verdeeling van arbeid onder de leden van ons
College gevolg te geven, eene reorganisatie der Secre
tarie noodzakelijkten einde aan lederen Wethouder
de vereischte hulp en bijstand te kunnen verzekeren.
Daarvoor was het in de eerste plaats een vereischte
aan ieder der door den heer Beelaerts beheerde
afdeelingen een hoofdambtenaar te plaatsen. Boven
dien moest het personeel dier afdeelingen worden
uitgebreid, eensdeels tengevolge van eene betere ver
deeling der sedert de organisatie van 1880 toegenomen
werkzaamheden, anderdeels zoo wegens het overbrengen
van de samenstelling der kohieren van den hoofdelijken
omslag en van de belasting op het houden van honden
naar de Secretarieals met het oog op de in te voeren
nieuwe orde van zaken.