20.
ongunstige verschijnselen had, is gestorven. In drie gevallen
werd de hulp door den forceps, in twee andere de hulp door
de keering op de voeten uitgebreid.
Omtrent de hulpgeneesheerendie dezelfde zijn als in het
vorig jaar, kan ik niet anders dan dezelfde gunstige getuige
nis als vroeger afleggenversterkt door een jaar meerdere en
onverflauwde plichtsbetrachting en geheele wijding aan hunne
taak en de zieken.
Dezelfde verklaring leg ik af omtrent den heer de Zwaan,
die voor de chirurgische afdeeling de getrouwe hulp bleef en
deze wel wilde uitzetten toen met uwe goedkeuring, bij het
verlof van den geneesheer-directeurde taak van dezen door
hem waargenomen werd.
Het grooter geneeskundig personeel was ook den hoofdop
passers en der hoofdoppasseressen tot nut en meerdere ontwik
keling, die heilzamen invloed hadden op de vervulling der
taak door de oppassers en oppasseressendie allen samen
werkten tot bereiking van het doeldat in het Gasthuis leeft.
Een paar malen bleek dat de taak vertrouwd was aan on
waardige of blijvend ongeschikte handen. Toen werd ze aan
andere gegeven en aldus is gehandhaafd het streven naar de
gewenschte eenheid.
De Huismeester-Boekhouder de Ruiter vond zwaarder dan
vroeger zijne taak, bij het toenemen zijner jaren, die hem
reden waren een eervol ontslag te vragen en den Isten Au
gustus te verkrijgen. Hierna is zijne betrekking toevertrouwd
aan den heer Pronk, door zijne vrouw bijgestaan.
In de linnenkamer bleef dezelfde linnenjuffrouw ijverig
werkzaamgesteund door dezelfde hulp. De eerste keuken
meid, die wegens ziekte vertrekken moest, werd vervangen
door de tweededie in hare vorige betrekking een goede hulp
in hare tegenwoordige eene goede voorgangster is. In het overig
personeel had betrekkelijk geringe verandering plaats wat be
treft de wisseling in het getal, die door verandering, zoo ’t
mogelijk is, door verbetering van eigenschappen, opgewogen
kan worden.