1882.
7140
6983
7 14123 13477
Door deze belangrijke vermeerdering valt, wat, met eene
enkele uitzondering, jaren achtereen het geval niet is geweest,
over het afgeloopen jaar eene gunstige verhouding van het
gezamenlijk aantal schoolgaande kinderen tegenover de bevol
king waar te nemen, bedragende 11.03 pCt. tegen 10.91 pCt.
in 1881. Op de openbare scholen was die verhouding 5.58 pCt.
tegen 5.37 pCt. in 1881, doch op de bijzondere scholen 5.45 pCt.
tegen 5.54 pCt. in 1881.
Bijlage 24.
's-Guavenhage 28 Februari 1883.
I. Algemeens beschouwingen.
r
meer 446.
openbare scholen
bijzondere
te zamen
1881.
6638
6839
1881.
4723
2396
1882.
openbare scholen 5177
bijzondere 2388
te zamen 7565 7119
Ook hierin valt vermeerdering tegenover de toeneming der be
volking waar te nemen, bedragende 5.91 pCt. in 1882, tegen
Wat de kosteloos onderwezen kinderen betreft, waaromtrent
de Commissie de vrijheid neemt naar de achter dit verslag
gevoegde tabel B te verwijzenzijn de cijfers daarvanals volgt
Meer of minder in
1882.
meer 454
minder 8
Zooals uit de als bijlage achter dit verslag gevoegde tabel
A blijkt, leveren de totaalcijfers der schoolgaande kinderen de
volgende resultaten op, vergeleken met het jaar 1881.
Meer in
1882.
502
144
646