24.
merkbaar af, en de Commissie zag zich in het afgeloopen jaar
niet geroepen van klachten van ouders, dat hunne kinderen er
toe verplicht werden, kennis te nemen. Alleen werd haar bij
missive van Burgemeester en Wethouders van 14 December
1882, ten fine van advies een adres in handen gesteld, door
den heer C. M. Dekker, godsdienstonderwijzer te Schevenin-
gen, aan Uwen Raad gericht, waarbij deze, zijn tegenzin tegen
het openbaar onderwijs in het algemeen op den voorgrond
stellende, eene wijziging der verordening op het lager onder
wijs verzocht, in dien zin, dat het den ouders zou vrijstaan
hunne kinderen aan het gymnastiek-onderwijs niet deel te laten
nemen. Adressant grondde zijn bezwaar tegen het thans gel
dende voorschrift van art. 21 der verordening (volgn. 533) in
hoofdzaak hierop, dat de wet, zooals hij uitvoerig poogde aan
te toonen, met opzet de gymnastiek niet onder de verplichte
leervakken had opgenomen, ten einde den ouders die vrijheid
te verleenen, en dat de gemeenteverordening hun die derhalve
niet mocht ontnemen.
Onder herinnering aan hetgeen zij te dier zake in haar vorig
Verslag (blz. 7) had neergeschreven, adviseerde de Commissie
bij haar schrijven van 15 Januari 1883 tot afwijzing van het
verzoek, op grond, dat van den door adressant aangevoerden
niet-uitgesproken weerzin van vele ouders niet genoegzaam
bleek, terwijl zijne opvatting van de bedoeling van art. 2 der
wet op het lager onderwijs, als berustende op eene minder juiste
voorstelling van de geschiedenis dier wetter zijde kon gelaten
worden.
Het onderwijs in het teekenen en in de handwerken bleef
zich over het algemeen in veel belangstelling verheugen. Op
merkelijk mag het echter heetendat in de school in het Kor-
tenbosch juist bij de lessen in de handwerken het verzuim het
aanzienlijkst was. In de school op het Kerkplein werd, in ver
band met het besluit van Uwen Raad van 6 Juni (zie blz. 3)
werd het aantal uren in evengemeld vak van 6 op 10 weke
lijks gebracht.
De nuttige werking der schoolbibliotheken was ook dit jaar