24.
aan leerlingendie meer dan eenmaal den cursus trouw hadden
bijgewoond, een bewijs harer tevredenheid gaf.
Aan den anderen kant meldden zich verscheidene jongelieden
aandie niet voldeden aan de bij art. 8 der verordening gestelde
eischen, en daarom moesten worden afgewezen. Hoezeer dit voor
henzelven te betreuren was, openstelling der herhalingscholen voor
dezulken, die slechts gebrekkig onderricht zijn, zou nadeelig
werken op het onderwijs der anderen, en wellicht nog een
prikkel tot trouw bezoek der lagere school wegnemen.
3. De Onderwijzers.
Op 31 December 1882 waren aan de 22 openbare scholen,
behalve de hoofden dier scholen werkzaam
122 onderwijzers, waarvan 58 de akte van hoofdonderwijzer
en 3 die van den 2den rang bezitten;
53 onderwijzeressen, waarvan 2 met akte van hoofdonderwijzeres
3 onderwijzersuitsluitend voor het teekenen
12 onderwijzers, uitsluitend voor de gymnastiek;
93 kweekelingenwaaronder 39 vrouwelijke;
voor de handwerken: 10 onderwijzeressen 1ste klasse, 15
onderwijzeressen 2de klasse en 17 kweekelingen.
Krachtens art. 2 ’der Verordening van 24 Januari 1882
(volgn. 528), werd door Burgemeester en Wethouders het getal
onderwijzers aan de nieuw te openen school in de Rembrandt-
straat vastgesteld op 9welk getal later tot 8 werd verminderd,
daar dit voor de behoefte voldoende werd bevonden. Krachtens
art. 13 derzelfde verordening werd het maximum kweekelingen
voor gemelde school voor 1882 vastgesteld op 4.
Het maximum der bij bedoelde verordening ingevoerde adspi-
rant-kweekelingen werd bepaald op 4 voor elke school voor
on- ot minvermogenden en 2 voor elke burgerschool (1ste soort),
met dien verstandedat mits het totaalcijfer voor elke categorie
van scholen niet overschreden werd, naar omstandigheden dat
maximum kon overschreden worden.
Voor het afgeloopen jaar bedroeg hun aantal:
aan de scholen voor onvermogenden in de Lepelstraat 4,