24.
het daarmede in hoofdzaak overeenstemmend advies van den
Arrondissements-Schoolopziener, (Hand. Gem. Raad 1882 bl. 109)
besloten Burgemeester en Wethouders de verbouwing der be
staande scholen uit te stellen totdat door den bouw van nieuwe
scholen in het gebrek aan plaatsruimte was voorzien. Zij stelden
daarom in den aanvang des jaars aan Uwen Raad voor 4
nieuwe scholen te bouwen en wel
ééne voor minvermogenden aan de Hoefkade op den gemeente
grond gelegen achter de bestaande school in de Tullingh-
straat
ééne voor minvermogenden op een nog te zoeken terrein in
het Kleine Veentje;
ééne voor onvermogenden aan de Schelpkade
ééne voor onvermogenden in den omtrek der Gedenknaald te
Scheveningen.
In verband hiermede zou de school voor onvermogenden in
de Nieuwe Schoolstraat, na voltooiing van die aan de Schelpkade,
verbouwd en ingericht worden tot eene voor minvermogenden.
Met dit laatste denkbeeld kon zich Uw Raad niet vereenigen.
In zijne zitting van 14 Maart 1882 besloot hijmet aanne
ming overigens van de voorstellen van het College van Dage-
lijksch Bestuur, de nieuwe school aan de Schelpkade voor min
vermogenden te bestemmenen ten aanzien van die in de
Nieuwe Schoolstraat voorloopig niets te beslissen.
Met de uitvoering van dit besluit werd niet gedraald.
Bij missive van 17 Maart werd door Burgemeester en Wethou
ders aan de Commissie gevraagdof zij het wenschelijk achtte
eene onderwijzerswoning te voegen bij de nieuw te bouwen school
aan de Schelpkade. De Commissie antwoordde toestemmend.
Zij achtte den bouw eener onderwijzerswoning in het onder
havige geval te minder bezwarend, daar de leerlingen dier
school van het gymnastieklocaal in de burgerschool (1ste soort)
aan dezelfde kade gelegen, zouden kunnen gebruik maken,
hetgeen eene aanzienlijke ruimte bespaarde. Tevens gaf zij
in overweging een huis in de Kerkstraat aan tekoopenom
als toegang te gebruiken, en zoodoende vele bezwaren te ver-