24. mijden, die uit de nabijheid van twee scholen zouden kunnen voortvloeien. Hieraan werd gevolg gegeven. Den llden April wijzigde Uw Raad zijn besluit van 14 Maart in dier voege, dat hij de school voor minvermogenden in het Kleine Veentje te bouwen, besloot te doen verrijzen aan den Noordwal, op den naast de openbare bewaarschool gelegen ge meentegrond. Ook ten opzichte van deze school werd door de Commissie tot den bouw eener onderwijzerswoning geadviseerd. Nog besloot Uw Raad in dezelfde zitting uit de op de be groeting uitgetrokken gelden den bouw van eene vijfde school te bekostigen. Ten gevolge daarvan werd bij missive van 14 April door Burgemeester en Wethouders het gevoelen der Com missie ingewonnen omtrent de vraag of die 5de school voor on- dan wel voor minvermogenden bestemd, en in welk gedeelte der stad zij opgericht zou worden. De Commissie gaf, blijkens haar antwoord dd. 16 Mei de voorkeur aan eene school voor minvermogenden en wel in het Zuid-Oostelijk gedeelte der stadwaar de meeste behoefte aan eene school van die categorie bestond. Mocht er echter beden king zijn tegen eene vermeerdering van het geheele aantal dier scholen, dat ingevolge het besluit van 4 October 1881 vijf zou bedragen, dan gaf zij in overweging de school aan de Sirte- mastraat, of die aan den Noordwal voor onvermogenden te bestemmendaar in dat gedeelte der stad meer on- dan min vermogenden geacht konden worden te wonen. Nadat den 2Osten Juni door Uwen Raad conform dit advies besloten was, in het Zuid-Oostelijk gedeelte der stad eene school voor minvermogenden te bouwen deelden Burgemeester en Wethouders, dd. 25 Augustus aan de Commissie mede, dat zij in dat stadsdeel geen geschikt terrein konden vinden, en opperden zij derhalve het denkbeeld om een ander gedeelte der gemeente daarvoor aan te wijzen. Naar aanleiding van dezen brief stelde de Commissie door een paar leden uit haar midden een onderzoek inen kon als slotsom daarvan de aandacht van Burgemeester en Wethouders op drie terreinen vestigen, aan particulieren behoorendedoch

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 286