24. 5. De burgerscholen 2de soort. Meende de Commissie in haar vorig Verslag de hoop te kunnen uitspreken van een volgend jaar de totstandkoming van eene burgerschool 2de soort te zullen kunnen mededeelen, ook thans moet zij zich tot die hoop bepalen. Zij mag echter ge gronde verwachting koesteren in dit jaar haren wensch ver wezenlijkt te zullen zien in weerwil der gerezen moeielijkheden en in weerwil dat de totstandkoming dier scholen wederom een tijdlang geheel op den achtergrond scheen te geraken. Toen toch Uw Raad in zijne zitting van 4 April 1882 tot den aanbouw eener 5de school besloot, verwierp hij het 2de gedeelte van het desbetreffende voorstel, daartoe strekkende, dat die school zou zijn eene burgerschool (2de soort) voor meisjes. De Commissie behoeft wel niet te zeggendat dit besluit door haar met leedwezen werd vernomen. Terwijl zij bij hare vroeger vermelde missive van 16 Mei aan Burgemeester en Wethouders haar gevoelen daarover reeds terstond te kennen gaf, besloot zij bovendien zich rechtstreeks tot Uwen Raad te wenden, ten einde nog eene poging aan te weuden hem aan zijn besluit terug te brengen. Den 4den Juli 1882 had zij dan ook de eer het navolgend mogenden, tijdelijk in de Wagenstraat gevestigd, geopend. Voorloopig werden slechts 89 leerlingen toegelaten, en de meergevorderdenkinderen soms van 9 of lOjarigen leeftijd die zich aanmelddengeweerddaar bij het leerplan slechts op twee klassen was gerekend. Toen echter bleek, dat er nog een groot aantal overblevendie plaatsing verlangdenwerd van het oorspronkelijk plan afgeweken met dat gevolg, dat het getal leerlingen op 15 December 141 bedroeg, waardoor nog 21 plaatsen beschikbaar bleven. Daar slechts 2 in plaats van 6 onderwijzers of onderwijze ressen bij de opening der school aanwezig warenwerd in dat gebrek tijdelijk voorzien door 4 kweekelingenomtrent wier ijver en vlijt de loffelijkste getuigenis kon worden afgelegd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 288