24.
n
n
n
fl
T)
T)
fl
fl
schrijven aan Uwen Raad te richten (Hand. Gem. Raad 1882
blz. 228 sub. XX):
De Plaatselijke Commissie voor Lager Onderwijs ziet zich
„na haar schrijven van 18 December 1880, op nieuw verplicht
bij Uwen Raad op te komen in het belang van het zoogenaamd
meer uitgebreid lager onderwijs voor meisjes in deze gemeente.
Dat onderwijs is naar onze overtuiging onvoldoende en de
toestand wordt thans meer en meer onhoudbaar.
In Uwe vergadering van 4 April jl. werd besloten dit jaar
nog niet tot den aanbouw van eene burgerschool tweede soort
over te gaan. Dit besluit en vooral het praeadvies van Bur-
gemeester en Wethouders over het betrekkelijk voorstel geven
der Commissievolgens de wet geroepen om den bloei van
het onderwijs naar vermogen te behartigen” aanleiding zich
tot den Gemeenteraad te wenden.
In dat praeadvies wordt het totstandkomen van eene der-
gelijke school, zoo voor jongens als voor meisjes, niet-urgent
verklaarden de bedoeling schijnt te zijn die oprichting uit te
stellentotdat de bouw van scholen voor on- en minvermogenden
ter voldoening aan de wet van 1878 geheel zal zijn afgeloopen
hetgeen bij de sterk toenemende bevolking van deze gemeente
vele jaren kan duren.
Wat de jongensschool betreft is aan eenig uitstel geen
overwegend bezwaar verbonden. De uitstekende Nntsschool,
waar meer dan 400 kinderen van die ingezetenen, welke geen
principiëel bezwaar hebben lid der Maatschappij tot Nut van
het Algemeen te wordentegen matig schoolgeld degelijk onder-
wijs genieten, voorziet in dezen in eene groote behoefteheeft
reeds goeden invloed uitgeoefend en wordt dit jaar nog uitge-
breid. Daarnevens staan verscheidene uitmuntende bijzondere
scholen van particulieren.
De burgerschool 2de soort voor jongenshoezeer op deu
duur gewenscht en noodigkan daarom zonder schade voor
„het onderwijs nog eenigen tijd worden gemist.
Met het onderwijs voor meisjes is het geheel anders gesteld.
„De burgerschool 2de soort voor meisjes is dringend noodig,