n. het totstandkomen daarvan was reeds vele jaren urgent. Eene school gelijk de Nutsschool voor jongens bestaat hier voor meisjes niet. Reeds sedert vele jaren is aangedrongen op het stichten .van eene dergelijke school door de gemeente. De plaatselijke schoolcommissie van 1877 achtte in haar schrijven van 7 Aug. 1877 (Hand. Gemeenteraad 1877 blz. 259) de stichting dier school wenschelijk en noodzakelijk en verklaardedat door het totstandkomen daarvan zou worden voorzien in eene leemte „die met het oog op art. 194 der Grondwet niet langer onver guld mag blijven.” Den 12den Maart 1878 werd eindelijk tot de oprichting „besloten. Het toenmalig Collegie van Burgemeester en Wet- houders achtte eveneens die school noodzakelijk en het totstand- komen daarvan meer urgent dan de Hoogere Burgerschool „voor meisjes, tot welker oprichting gelijktijdig werd besloten. De Hoogere Burgerschool voor meisjes kwam tot stand en werd den 9den September 1879 geopend, doch de oprichting der andere school bleef steeds achterwege. De herhaalde aandrang der auto- riteiten voor Lager en voor Middelbaar Onderwijs baatte niets. De Commissie voor het Middelbaar Onderwijsdie door het „onvoldoend voorbereidend onderwijs de goede vruchten der Hoogere Burgerschool bedreigd zagen aan het spoedig tot- standkomen der toegezegde lagere school begon te wanhopen deed in September 1880 het voorstel om aan die middelbare school de twee hoogste klassen der lagere school toe te voegen waartoe 7 Dec. 1880 werd besloren. Het Collegie van Burge- „meester en Wethouders maakte van die gelegenheid gebruik, om de lagere school ook van het papier waarop alleen zij „2J jaar had bestaan te doen verdwijnen, en het besluittot oprichting te doen intrekken door een voorstel waarmede de Raad zich vereenigde. Bij schrijven van 18 December 1880 heeft de Commissie aan den Raad hare ernstige grieven doen kennen zoo tegen deze „beslissing als tegen de wijze waarop deze geheele zaak was behandeld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 290