24. om ook voortaan het gevoelen der Plaatselijke Commissie in te winnen omtrent alle zaken, die tot het lager onderwijs betrekking hebbenal kunnen zij niet tot het haar bij art. 74 der wet op het L. O. opgedragen toezicht in den engen zin worden gerekend. De Commissie, die met genoegen van deze verklaring kennis nam, vertrouwt, dat aan de vervulling van haar reeds vroeger uitgesproken wensch betreffende de bijwoning barer vergaderingen door een Wethouderthans geen bezwaar meer in den weg zal staan en zoodoende de nieuwe instelling-wier werking nog in het leven moet tredenzal bijdragen tot de door haar verlangde samenwerking met het Gemeentebestuur. De samenstelling der Commissie onderging in het afgeloopen jaar veelvuldige veranderingen. Zij verloor toch niet minder dan drie leden: de heeren Mr. A. H. H. van der Burgh, Jhr. Mr. W. M. de Brauw en Dr. J. F. Baerken. In plaats van eerstgemelden werd de heer Jhr. Mr. E. N. de Brauw lid van den Gemeenteraad, gekozen. De Commissie zag aldus den door baar in het vorig Verslag geuiten wensch tot meerdere gelegenheid van overleg met het gemeentebestuur, op middel lijke wijze vervuld. In Jhr. Mr. W. M. de Brauw, die tengevolge zijner benoe ming tot Minister van Koloniën het lidmaatschap der Commissie nederlegde, verloor deze behalve een ijverig werkzaam lid, een Voorzitter, die sints ruim drie jaren hare debatten met de meeste onpartijdigheid geleid haden aan wiens zaakkundige adviezen steeds veel waarde door haar werd gehecht. In zijne plaats werd door de Commissie tot Voorzitter gekozen de heer Mr. J. J. Bergsma, Onder-Voorzitteren in diens plaats tot Onder-Voorzitter de heer Mr. P. R. Feith. In beide laatstgemelde vacaturen werd voorzien door de be noeming der heeren L. A. Walaardt Sacré en Jhr. Mr. J. H. J. Quarles van Ufeord. Nog zag zich de heer Jhr. Mr. W. Th. Gevers Deynoot genoopt het door hem ruim een jaar met lof waargenomen secretariaat neder te leggen, daar andere werkzaamheden hem

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 300