25.
2’.
De Burger Dag- en Avondschool.
Directeur: W. Blüm.
wijs. Met ijver en lust wonen de leerlingen de lessen bij
terwijl de vorderingen blijkens de gehouden examens als over
het algemeen zeer voldoende mogen worden aangemerkt.
In aansluiting aan hetgeen omtrent de opheffing dezer in-
richtng in ons vorig verslag werd gemeld, diene, dat tegen de
daar breeder omschreven voorstellen eenige bedenkingen werden
in het midden gebracht door den Minister van Binnenlandsche
Zaken. Hieraan kwam Uwe vergadering tegemoet door den
5den September te besluiten dat men eene avondschool zou
verbinden aan de bestaande Ambachtsschooldie daarvoor een
subsidie zal ontvangen van 3000 a 4000. Bij Koninklijk
Besluit van 23 September n’. 7 werd daarop aan deze ge
meente voorloopig tot aan het einde van 1885 ontheffing ver
leend van het oprichten en in stand houden van eene burger
dag- en avondschool.
Van dit besluit namen wij met de meeste instemming kennis,
overtuigd dat de bestaande inrichting in geenen deele aan de
verwachtingen voldoet en dat de nu op te richten Hoogere
Burgerschool met 3jarigen cursus veel meer tegemoet zal komen
aan de hier ter stede bestaande behoeften. Een deel der leer
lingen, die thans nog de dagschool bezoeken, zal daardoor
tevens worden gebaat, terwijl zij, voor wie de wetgever deze
soort van scholen bestemdenamelijk de aanstaande ambachts
lieden voldoende gelegenheid vinden om onderwijs te ontvangen
aan de Ambachtsschool, en een eenvoudig ingerichte avondcursus
verbonden aan evengenoemde schoolmeer kans zal hebben
leerlingen te trekken dan de Burgeravondschool, geregeld bij
Verordening van 8 Augustus 1865 Verz. n°. 266)vooral
indien zoodanige avondcursus in verband kan worden gebracht
met de Academie van Beeldende Kunsten.
Gedurende het afgeloopen jaar bleef de dagschool in kwij
nenden toestand verkeeren. Het aantal leerlingenvroeger