25.
B. Bijzonder onderwijs.
I'e Academie van Beeldende Kunsten.
1°.
DirecteurJ. Ph. Koelman.
Van den leeraar Zuijderdvijn mochten wij de verzekering
ontvangen, dat de leerlingen belangstelling in de lessen toonen
en die met aandacht bijwonen, hetgeen ook hieruit blijkt, dat
velen de lessen gedurende meer dan een jaar bezoeken, terwijl
ook zijdie als jongens den cursus hebben gevolgdlaterals
zij reeds op zee zijn, gedurende de wintermaanden terugkomen,
dikwijls op raad van de stuurlieden. Hieruit schijnt men te
mogen afleiden, dat de bevolking meer en meer het nut dezer
lessen begint in te zien.
Den 25sten Mei mocht deze inrichting haar tweehonderdjarig
bestaan herdenken. Door milde giften van vele kanten inge
komen en dank zij de medewerking van andere instellingen,
kon dit feest, verbonden aan de jaarlijksche prijsuitdeeling, op
plechtige en waardige wijze worden gevierd, waarvoor den
Raad van Bestuur alle hulde toekomt.
Door de meerdere ruimte, waarover de Academie thans te
beschikken heeft, nu zij het gebruik heeft van het geheele
gebouw, kan het tegenwoordig programma behoorlijk worden
uitgevoerd. De bovenlokalen zijn door de flinke medewerking
van het Gemeentebestuur in goeden staat gebracht en voor
hunne nieuwe bestemming ingericht.
Volgens het jongst verschenen verslag van den Raad van
Bestuur werden gedurende den afgeloopen cursus de verschil
lende klassen aldus bezocht:
Afdeeling A door 164 leerlingen.
Afdeeling B (ornament) door 70 en die van het pleistcr-
fragment door 35 leerlingen. Naar klein pleister en het groot
antiek beeld oefenden zich 18 en 16 leerlingen. Door 9 leer
lingen werd naar het naakt model geteekendterwijl 4 manne-