26. Bijlage 's-Gbavenhage Augustus 1882. De Commissie voomoemd J. G. Patijn Voorzitter. W. Blüm Secretaris. De Commissie volgens art. 56 der Wet van 2 Mei 1863 ter regeling van het Middelbaar onderwijsbelast met het af nemen van het eind-examen voor de Burgerscholen te ’s-Graven- hageheeft de eer U het verslag barer werkzaamhedenbedoeld bij art. 67 van evengemelde wet, te zenden. De Commissie was samengesteld uit den heer Mr. J. G. Patijn die bij afwezigheid van den heer Dr. J. G. van Eyken het voorzitterschap waarnamen uit den directeur en de leeraren der school als leden. Het examen liep over de vakken aan de school onderwezen en werd schriftelijk afgenomen in de gewone schooluren van 1020 Juli en mondeling op 22 Juli daaraanvolgende. Aan het examen werd deelgenomen door 9 leerlingen der 2de klasse, waarvan één kort te voren, na vergelijkend examen, aan het Departement van Waterstaat was geplaatst en dus de school verlaten had. De uitslag was dat aan 7 hunner het getuigschriftvolgens art. 55 der meergemelde wetkon uit gereikt worden, zijnde aan de leerlingen: G. J. J. Roei>, J. M. Vos, W. J. J. Rolvink, F. Vosveld, A. M. van Root, E. K. A. Pelgeb en F. V. C. Robebt. De Commissie acht hare taak hiermede geëindigdaangezien het eind-examen haar geen aanleiding gaf om in eenige andere beschouwingen te treden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 361