27.
’s Gravenhaye19 November 1882.
(</rt.) RUTGERS.
Het doelwaarmee art. 7 der wet op het H. 0. en het
krachtens dat art. uitgevaardigde K. B. zijn in het leven ge
roepen waste bewerken dat aan alle gymnasia ongeveer
evenveel onderwijs zou gegeven worden in de verschillende
vakken en dat aan alle gymnasia in eenzelfde schooljaar het
zelfde zou onderwezen worden, zoodat de zoo- en zooveelste
klasse van het eene gymnasium in elk vak ongeveer even ver
gebracht zou worden als dezelfde klasse van het andere gym
nasium. Dat bovendien gezorgd moest worden dat aan alle
gymnasia het onderwijs gedurende de onderdeden van het
schooljaar voortdurend gelijken tred zou houden, dat is een
denkbeeld hetwelk zeker bij den wetgever evenmin is opgekomen
als bij eenig ander niet verpruist Nederlander. Tot bereiking
dus van het doel van art. 7 waren wel voorschriften noodig
als de snb 1° en 2° vermelde, maar geenszins een voorschrift
als het sub 3° vermelde.
Dat de maker van dit K. B. er niet de man naar was om
zulk een voor zijn doel onnoodig voorschrift toch te geven
hetzij uit vergedreven voorliefde voor eenvormigheid, of uit
angst dat wellicht het bestuur van eenig gymnasium een min
doelmatig gebruik mocht maken van zijne vrijheiddat blijkt
uit hetgeen hij zelf, kort voordat hij het Besluit naar den Raad
van State zondschreef in de Memorie van toelichting tot de
wet van 7 Mei 1878 (Staatsblad no. 33). „Wat Keizer Kabel V”,
zoo schreef hijgezegd wordt te vergeefs met uurwerken be-
proefd te hebbenpast in het geheel niet bij instellingen van
klassiek onderwijs. De eenheidnaar welke bij deze moet
worden gestreefd, mag nooit ontaarden in kleingeestige gelijk-
vormigheid. Curatoren moeten niet in alles onder curatele ge-
B steldde rector te veel geregeerdhet gemeentebestuur tot het
„beheeren der begrooting beperkt worden.”