27.
Bijlage IV.
II.
’sGravenhage, 19 December 1882.
Aan
Zijne Excellentie den heer
Minister van Binnenl. Zaken.
Curatoren van het Gymnasium te ’s-Gravenhage hebben een
door de vergadering van leeraren genomen besluit ontvangen
tot wijziging van het leerplan voor den cursus 1882-1883.
Dat besluit behoeft volgens art. 12 der Verordening tot regeling
van het Gymnasium der gemeente ’s-Gravenhage (N®. 461) de
goedkeuring van curatoren.
Met aandacht is dit voorstel door hen overwogen.
Naar het gevoelen van den rector en leeraren heeft het de
strekking om te gemoet te komen aan de gegronde bedenking,
dat er van onze jongelui te veel wordt gevergd. In de hoop,
dat het voorgestelde middel moge leiden zoo al niet tot genezing,
dan toch tot tempering der kwaal, zouden zij genegen zijn den
ontworpen maatregel bij wijze van proef in te voeren. Zij
stuitten echter op de vraag: of het voorstel niet in strijd is
met art. 3 van het Koninklijk besluit van 29 Juni 1878
(Staatsblad N°. 98).
Dit artikel zegt, dat de tabel bij dat besluit gevoegd, aan
wijst hoevele lesuren aan het onderwijs in elk der vakken
vermeld onder a tot en met m in art. 5 der wet van 28 April
1876 (Staatsblad N. 102) wekelijks» in elke klasse besteed
moeten worden.
De bepaling schijnt èn duidelijk èn gebiedend.
Het verdient opmerking, dat de wijziging, door de leeraren
voorgesteld, eene verreikende paedagogische beteekenis heeft;
zij isvoor zoover curatoren kunnen nagaannoch in de
schriftelijke noch in de mondelinge gedachtenwisseling tusschen