Bijlage IV.
C.
’s-Gbavenhage 6 Januari 1883.
Curatoren van het Gymnasium
te ’s-Gravenhage.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
(get.) C. PIJNACKER HORDIJK.
Met terugzending der bijlagen van Uw nevensvermeld schrijven
heb ik de eer U mede te deelen, dat Uwe bedenkingen tegen
de voorgestelde wijziging van het leerplan van het gymnasium
te dezer stede mij juist voorkomen.
Om eene degelijke en gelijkmatige opleiding aan de verschil
lende gymnasia te waarborgen en tevens aan de besturen dier
inrichtingen de gelegenheid te laten lokale omstandigheden op
de leerplannen van invloed te doen zijnis met opzet in art. 3
van het Koninklijk besluit van 29 Juni 1878 (Stbl. nn. 98) een
minimum wekelijks in elke klasse aBn de verschillende vakken
te besteden lesuren voorgeschreven.
Dat de bedoeling hiervan zou zijn het vaststellen van een
minimum jaarlijks aan elk vak te besteden uren is mij na onder
zoek niet gebleken.
Uit art. 3, in het bijzonder ook uit het tweede lid, blijkt
ten duidelijkste, dat men het oog heeft gehad op het getal uren
dat wekelijks aan elk vak besteed wordt.
De voorgstelde wijziging van het leerplan van het gymnasium
komt mij daarom voor in strijd met dat artikel te zijn.